Fufu of foufou is een vaste brij verkregen uit de cassave, bakbananen en/of yams. In geheel West- en Midden-Afrika is het een hoofdbestanddeel van of een onderdeel van vele gerechten.
Bij de traditionele bereiding worden cassave en groene kookbananen in de verhouding 2 : 1 in stukken gesneden en ongeveer een kwartier gekookt. Daarna wordt het in een grote vijzel of met een mixer tot een stroperige massa gestampt of vermalen. De fufu wordt in grote ballen bij gekruide soep of saus geserveerd. Met de vingers van de rechterhand wordt de fufu tot kleine balletjes gekneed, in de soep gedoopt en vervolgens opgegeten.
In plaats van cassave kunnen afhankelijk van de regio ook yams, taro of andere planten met een hoog zetmeelgehalte gebruikt worden. In Congo-Kinshasa wordt een maisbrij ook fufu genoemd.
Bron: Wikipedia
Fufu is naar West-en Centraal-Afrika koken wat aardappelpuree zijn voor de traditionele Europese-Amerikaanse keuken. Er zijn Fufu-achtige nietjes heel Sub-Sahara Afrika: dat wil zeggen, Oost-Afrika`s Ugali en Zuidelijk Afrika`s sadza (die meestal gemaakt van gemalen graan (maïs), maar West-Afrikanen gebruik van maïs banku en kenkey te maken, en soms maïs gebruiken voor het maken Fufu). Fufu is een zetmeelrijke begeleiding voor stoofpotten of andere gerechten met saus. Om te eten fufu: gebruik uw rechterhand een hapklare stukje van de fufu, vorm het tot een bal, maak een inkeping in, en gebruik deze om scheppen de soep of stoofpot of saus, of wat je bent het eten.
In West-Afrika, wordt Fufu gewoonlijk gemaakt van yams, soms gecombineerd met bakbananen. In Centraal-Afrika, wordt Fufu vaak gemaakt van cassave knollen, zoals Baton de maniok. Andere fufu-achtige gerechten, Liberia dumboy bijvoorbeeld, zijn gemaakt van cassave meel. Fufu kan ook worden gemaakt van griesmeel, rijst, of zelfs direct aardappelvlokken of Bisquick. Overal in Afrika, het maken van fufu gaat koken, stampen, en krachtig schudden tot de fufu is dik en glad